Ik heb deze opdracht uitgevoerd voor Zeilschool de Vinkeveense Plassen. Op deze zeilschool worden verschillende cursussen aangeboden waar een instructeursteam klaar staat om de cursisten met plezier te leren zeilen.
2. Opdracht en mijn rol en verantwoordelijkheden hierbinnen
Ik heb na het volgen van een instructeursopleiding de opdracht meegekregen in de Hemelvaart vier dagen zeilles te geven aan 5 cursisten tussen de 7 en 11 jaar. Het belangrijkste waar het om ging was dat de cursisten plezier hadden. De cursisten met plezier in een boot laten stappen en te leren zeilen. Er werd een zeilkamp gedraaid met 20 instructeurs en wij hadden de verantwoordelijkheid over de kinderen. Overdag had ik deze verantwoordelijkheid over mijn eigen groepje. Om te zorgen dat dan alles goed verliep maakte ik elke avond een dagplanning voor de dag erna om zo te weten wat er gedaan moest worden.
3. Verloop van de opdracht
Het verloop van de opdracht was erg succesvol. Mijn cursisten hebben enorm veel plezier gehad in het zeilen en op het zeilkamp zelf. Dit was mijn doel!
Ik had een begeleider die mij hielp als ik er niet uit kwam en overdag kwam kijken hoe alles verliep. Dit hielp ook erg goed. Als het even niet lukte kreeg je tips en kon je zo weer verder.
4. De ontwikkelde competenties
De competenties die ik ontwikkeld heb met lesgeven op deze zeilschool zijn:
overtuigingskracht - verbeeldingskracht - creativiteit - visie - innovativiteit - omgevingsbewustzijn - marktgerichtheid - probleemanalyse - oordeelsvorming
competenties
Creativiteit
Situatie: Deze competentie komt in meerdere situaties voor tijdens een zeilweek.
(1) tijdens het les geven / - voorbereiden.
(2) Tijdens het verzinnen van de bonte-avond
(3) Elke avond tijdens de voorbereidingen en uitvoer van het avondspel.
Taken: (1) Mijn taak is om tijdens het voorbereiden van mijn lessen en vervolgens tijdens het uitvoeren hiervan om zo enthousiast mogelijk met leuke creatieve spellen te komen om het zo de cursisten naar de zin te maken. Hierbij moet ik kijken naar de verschillen in leeftijd, wat jongens leuk vinden, wat meisjes leuk vinden, wat de dag ervoor al gedaan is en natuurlijk of het in mijn oefening past.
(2)De bonte-avond moet voor elke cursist een spetterende, leuke feestavond zijn. Hiervoor ben ik verantwoordelijk. Ik moet hierbij rekening houden met welk thema we kiezen omdat er kleine kinderen tussen zitten van 7 jaar maar ook cursisten van 17 jaar. Bovendien moet het altijd iets zijn wat nog nooit gedaan is om te zorgen dat cursisten niet vaker dan één keer een gelijksoortige bonte-avond zien. Veel cursisten komen meerdere jaren achter elkaar en maken daardoor meerdere bonte-avonden mee. Tot slot moet je voor alles een oplossing hebben, gaat er iets fout dan moet ik het probleem oplossen, zodat de avond verder gewoon door kan gaan.
(3) Elke avond is er een avondspel, waarbij de jongere kinderen van de oudere jeugd gescheiden worden. Hiervoor moeten wij elke avond een nieuw leuk spel of activiteit bedenken om de kinderen te vermaken. Elke avond moet dit verschillend zijn anders vinden de cursisten het saai en niet leuk om te spelen.
Voor de oudere jeugd wordt hierna nog een “avond-avond spel” georganiseerd hiervoor gelden eigenlijk dezelfde maatstaven als voor het avondspel met het verschil dat het gericht moet zijn op oudere cursisten.
Acties: (1) Ik kies altijd een neutraal spel waarin het niet uitmaakt of je jongen of meisje bent. Geen 100% meisjesspel maar ook geen 100% jongensspel. Daarna bedenk ik om welke opdracht het gaat en welk voor creatief concept erin past om het voor de jeugd leuk te maken. Meestal een makkelijk maar zeiltechnisch goed spel. Bijvoorbeeld het spel zoals ook beschreven staat bij de competentie verbeeldingskracht,” het krokodillentanden poetsen”.
(2) Om van de bonte-avond een spectaculaire avond te maken zorgen wij ervoor dat er een rode draad is waar de cursisten zich helemaal kunnen inleven. Om deze rode draad goed te presenteren spelen de instructeurs zelf tussen elk stukje of om de twee stukjes, een hilarisch toneelstukje. In de toneelstukjes worden de cursisten betrokken, het zij in de teksten, het zij opeens op het podium geroepen. Voor het geval dat er een probleemsituatie ontstaat op het toneel of als sommige dingen opeens niet doorgaan en hierdoor het draaiboek niet meer klopt, zorgen wij ervoor dat er altijd nog een aantal stukjes zijn om dit op te vullen.
(3) Om te zorgen dat het avondspel en het avond-avond spel elke avond een succes is wordt er elke avond weer iets anders georganiseerd. Meestal is er wel een overkoepelend thema per week. Om dit goed tot uiting te laten komen verkleedt iedereen zich naar dit thema en wordt er elke avond weer eens stukje verder ingegaan op het thema tot de laatste dag alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen.
Resultaat: Op alle drie de punten is eigenlijk hetzelfde resultaat. Doordat er voor alles en nieuw spel, thema of iets dergelijks wordt georganiseerd is het voor de cursisten erg leuk om dit uit te voeren. Het wordt niet saai en ze leren ondertussen nog goed zeilen ook.
Terugkoppeling: Als ik komende zomer weer in deze situatie ben pak ik dit op dezelfde manier aan. Mensen, in dit geval cursisten reageren enthousiaster wanneer er op een nieuwe manier iets gepresenteerd wordt. Het is leuker om dit uit te voeren dan wanneer je zoiets al een aantal keren gedaan hebt.
Later zal ik hier ook zeker rekening mee houden. Wanneer er meerdere feesten gegeven worden met hetzelfde thema zal ik dit elke keer op een andere manier willen uitvoeren om zo het ‘leven’ erin te houden. Anders wordt het naar mijn mening erg saai dan hoef je op een gegeven moment niks nieuws meer te bedenken.
Innovativiteit
Situatie: Elke les die ik bedenk, elk avondspel wat ik leidt moet innovatief zijn. Dit moet elke keer anders en vernieuwend zijn en open staan voor vernieuwingen om deze uit te voeren.
In de stagegesprekken kreeg ik steeds weer tips en tops en aanwijzingen waarmee ik nieuwe dingen kon toepassen gedurende de rest van de week.
Taken: Mijn taak is om open te staan voor de feedback en aanmerkingen die ik krijg en hier mijn voordeel mee te doen en zo een zo goed mogelijke nieuwe les of avondprogramma op papier te zetten. Dit kan alleen wanneer ik echt opensta voor feedback en kritisch naar me zelf kan kijken. Vervolgens moet ik het deze aandachtspunten ook toepassen in mijn programma overdag of ’s avonds.
Acties: Om de op- en aanmerkingen op de nieuwe programma’s voor mijzelf zo helder mogelijk te maken, heb ik telkens gevraagd of ermee bedoeld werd wat ik dacht. Met andere woorden: ik heb steeds gecheckt of ik goed begreep wat er bedoeld werd. Vervolgens heb ik dit gebruikt en ben er mee aan de slag gegaan bij het maken van de nieuwe programma’s. Nadat ik zo’n tip gekregen had bedacht ik zelf steeds weer nieuwe dingen die ik zou kunnen toepassen en vroeg hier dan weer een reactie op.
Resultaat: Het resultaat wat ik zag terwijl ik zo te werk ging was erg leuk. Door telkens op een andere manier les te geven of een ander spel of toepassing te gebruiken bleef iedereen actief en enthousiast meedoen. Vernieuwing doorbreekt hierbij de saaiheid en leidde tot een erg goed resultaat. Zelf zag ik ook steeds meer dingen die anders konden en die heb ik vervolgens aangepast. Ik ben hierdoor zelf ook meer dingen gaan zien die anders konden en heb dit dan aangepast en gedaan. Erg goed en leuk!
Marktgerichtheid
Situatie: Via de trainingen die ik bijwoon op de zeilschool blijf ik op de hoogte van alle veranderingen in en rondom het gebied van de zeilsport. Bovendien de HISWA, een grote botenbeurs in de RAI waar de zeilschool ook met een eigen stand staat.
Acties: Acties die ik neem om op de hoogte te zijn van alles wat er gebeurt zijn cursussen volgen op de zeilschool, veranderen in het CWO in de gaten houden. Op de HISWA bezoek ik mijn eigen zeilschool met haar stand maar ook andere stands en spreek ik mensen aan om zo ook verder te kijken dan mijn eigen zeilschool en mijn eigen ervaringen.
Resultaat: Je merkt wanneer er bijvoorbeeld in een zeilweek ouders naar je toe komen die tot op dat moment alleen informatie hebben van beurzen, internet en andere zeilscholen, dat je mee kan praten en nuttige informatie kan geven op verschillende gebieden.
Terugkoppeling: Ik ga hier zeker mee verder, niet alleen op zeilgebied maar elk vlak waarmee ik te maken krijg zal ik van meerdere kanten informatie zoeken en dit vervolgens positief kunnen gebruiken. Weten wat er gebeurt dit is het allerbelangrijkste ook voor later. Als ik niet zou weten wat er op het gebied van mijn werk gebeurt, dan zal ik al geen plezier meer hebben in mijn werk.
Omgevingsbewustzijn
Situatie: In de hemelvaartsweek heb je veel cursisten. Elke cursist heeft een andere achtergrond en ze hebben allemaal verschillende sterke – en zwakke kanten waar wij als instructeurs extra op moeten letten. Voor de cursisten komen beginnen we altijd met een zgn. scheepsraad hier wordt alles besproken wat er die cursusweek gaat gebeuren en waar we speciaal op moeten letten. Vervolgens is er iedere ochtend en avond ook een scheepsraad waarin besproken wordt wat er gaande is en hoe wij daar op moeten inspelen. Wij zijn het visitekaartje van de zeilschool en moeten er alles aan doen om waar te maken waar onze zeilschool voor staat. Ook op zeilgebied behoren wij overal van op de hoogte te zijn. Bovendien hebben we onze eigen instructeuropleiding en lesboeken waaruit je van alles leert om ook de cursisten op hogere niveaus alle informatie te kunnen verstrekken die zij nodig hebben.
Taken: Mijn taak is om elke cursist apart te benaderen. Iedereen is wat anders gewend, hier moet ik mee om kunnen gaan. Daarnaast moet ik altijd op de hoogte zijn van de ontwikkelingen op de zeilschool, maar ook alle overige veranderingen en ontwikkelingen op zeilgebied. Hierover moet ik alles over kunnen vertellen aan cursisten en ouders. Wij zijn het visitekaartje en moeten een deskundige en betrouwbare indruk achterlaten, anders komen cursisten niet meer terug.
Acties: Om ten allen tijde op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op zeiltechnisch en theoretisch gebied als ook van de ontwikkelingen binnen de zeilschool volg ik op de zeilschool cursussen. Daarnaast heb ik een theorie toets en een praktijd toets gehad van de Nederlands Zeilbon om aan te tonen dat ik zelf de nodige zelfvaardigheden bezit en tevens op de hoogte ben van allerlei theorie, wetten en regelgeving rondom het zeilen en de watersport.
Om op de hoogte te zijn van alle cursisten heb ik een map waarin alle informatie over mijn eigen cursisten wordt bijgehouden. Daarnaast wordt er dagelijks in de scheepsraad besproken hoe de vorderingen zijn van de cursisten, wat goed gaat en waar meer aandacht aan besteed moet worden.
Resultaat: Ik heb alle cursisten zo kunnen benaderen als dat voor hen nodig was. Dit was lastig op sommige momenten dat het erg druk en hectisch was, maar is wel goed gelukt. Bovendien heb ik op zeilgebied en zeilschoolgebied alle informatie kunnen geven die nodig was en een goed beeld achter kunnen laten bij de bezoekers.
Terugkoppeling: Wanneer ik later in een situatie terecht zal komen waarin ik te maken krijg met verschillende personen met verschillende achtergronden zal ik vooraf goed bekijken hoe ik iedere persoon individueel moet benaderen. Ook zal ik zorgen dat ik op de hoogte ben van alle ontwikkelingen, onder andere door het volgen van cursussen en het bijhouden van literatuur, om zo iedereen te woord te kunnen staan. Dat heb ik in deze situatie ook gedaan en dit is mij erg goed bevallen en ga ik zeker doorzetten.
Oordeelsvorming:
Situatie: (1) - Het uitschrijven van CWO- diploma’s. (Commissie Watersport Opleidingen) ben ik degene die moet bepalen of een cursist aan de eisen voldoet. Wat goed gaat en wat nog verbeterd kan worden.
(2) – de komende weken dat ik lesgeef op de zeilschool loop ik een stage waarin ik elke dag een gesprek heb over hoe ik mijn lesdag vond gaan en wat ik de dag erna beter zou kunnen doen of juist door moet zetten. Hierover schrijf ik per week een stage-eindverslag.
Taken: (1) - Bij deze situatie komt erg naar voor dat ik mijn eigen mening moet volgen op gebied van de zeiltechniek die mijn cursisten beheersen en niet uitgaan van de mening van andere instructeurs. Ik moet alles wat mijn cursisten doen bekijken of dit voldoende is. Dit doe ik naar aanleiding van de eisen van het CWO. Het CWO stelt bepaalde eisen waaraan voldaan moet worden om bepaalde diploma’s te behalen.
(2) – Bij deze situatie bekijk ik elke avond hoe ik het die dag gedaan heb en hou dit bij in een stagemap. Ik overleg met een begeleider om zo een goed beeld te krijgen, want van jezelf zie je niet altijd alles.
(2) - Elke avond kijk ik hoe ik het die dag gedaan heb ik schrijf hier per dag een verslagje van. Hierin staan de plus- en minpunten beargumenteerd. Dit is gebaseerd op de eisen die ik de dag vooraf aan mijn dagvoorbereiding gesteld heb. Bovendien vraag ik mijn stagebegeleider gericht wat hij vond over bepaalde dingen waar ik zelf niet zeker over ben.
Resultaat: (1) – Door het bijhouden van de dagelijkse vorderingen heb ik met een goed resultaat diploma’s kunnen schrijven. Het oordelen werd makkelijker doordat ik het op papier had en niet elk moment terug hoefde te denken.
(2) – Ook bij dit punt heb ik door het bijhouden een goed eindverslag kunnen schrijven. Hierin heb ik mijn goede en slechte punten van de week tegen elkaar afgewogen. Vervolgens heb ik deze naast het eindverslag van mijn stagebegeleider gelegd en heb ik mezelf een goed eindoordeel gevormd over deze zeilweek.
Terugkoppeling: (1) + (2) – wanneer ik ooit binnenkort of later weer in een situatie kom waarin ik eindoordelen moet maken ga ik zeker alles weer bijhouden om zo goed op een rijtje te hebben wat de vorderingen zijn. Dit vind ik voor later ook erg belangrijk, je kan niet alles onthouden en je wilt wel een goed resultaat boeken. Schrijf dus altijd alles op.
Overtuigingskracht:
Situatie: Gedurende het hele kamp ben jij als instructeur het voorbeeld voor de cursisten. zo ook tijdens het les geven. Er is altijd wel één cursist die geen zin heeft in de les. Deze moet jij zien te overtuigen om toch wel mee te gaan omdat het wel leuk is.
Tijdens de uitleg van alle zeiltheorie en oefeningen moet ik de cursisten op een dusdanige manier uitleggen wat alles inhoudt en waarom het zo moet, dat ze begrijpen het begrijpen. Hiervoor moet ik mijn taal gebruik soms aan passen en hun taal gebruiken.
- Dag 2; het overstag gaan moest uitgelegd worden. Een overstag is het opkruisen tegen de wind in. Voor mij een standaard zeilterm maar voor hen een groot raadsel. Door duidelijk over te komen, in makkelijke taal te spreken en hierbij tekeningen te maken gaan zij het begrijpen en geloven ze wat er gezegd wordt. Als het niet te saai en moeilijk is, willen ze het ook zelf gaan proberen.
Taken: Mijn taak ten opzichte van deze competentie was om de cursisten op dusdanige manier uitleg te geven dat zij het helemaal snappen. Niet in moeilijke taal spreken zodat het voor hen nog lastiger is om de basis te leren van het overstag gaan. Daarnaast is het de kunst om het niet alleen leerzaam, maar ook leuk voor iedereen leuk te maken.
Acties: Ik heb mijn cursisten op een speelse manier met een leuk spel de technieken en stappen van het overstag gaan geleerd. 'Ergens hier in Vinkeveen leeft een groot krokodillenleger. Een van deze krokodillen is zijn poot verloren en kan zijn eigen tanden niet meer poetsen. Hij heeft onze hulp gevraagd. Daarom heb ik net in de pauze bij jullie allemaal een krokodillentandenborstel onder jullie zwaarden vast gemaakt waarmee wij de tanden van de krokodil gaan poetsen. We gaan hierbij van boei naar boei, zo strak mogelijk er langs dan worden de tanden het beste schoon. Wanneer we dit goed doen en jullie netjes opkruisen lang zijn tanden zal hij ons belonen, waarmee wilde de krokodil nog niet zeggen.
Resultaat: De reactie van de cursisten was erg leuk. Ze waren helemaal enthousiast want dit kunnen ze tegen vriendjes en vriendinnetjes vertellen. Krokodillentanden poets je natuurlijk niet elke dag. Ook het zeilresultaat was erg goed, doordat ze zo met het spel bezig waren dwaalden ze niet af en kruisten allemaal erg netjes op.
Terugkoppeling: Wanneer ik van de zomer weer les ga geven ga ik deze techniek nogmaals toepassen, het werkte erg goed, het resultaat was goed en de kinderen hadden veel plezier in het zeilen. Ook degene die in eerste instantie zoiets hadden van 'moet dit wel, ik heb hier helemaal geen zin in', deden enthousiast mee.
Dit is iets wat ik later ook wil gaan bereiken. Iemand die iets in eerste instantie niet zo ziet zitten en dit uiteindelijk toch doet en het leuk vind, Mensen ergens naar toe 'lokken' en dan een fantastisch gevoel geven.
Probleemanalyse
Situatie: Een van mijn cursisten trok zich terug en wilde niks meer doen. Geen spelletje, niet zeilen niet eens praten. Hij zat in een hoekje te huilen. Na een aantal minuten tegen hem gepraat te hebben reageerde hij; ‘de andere kinderen willen niet meer bij mij in de boot en met mij spelen’ zei hij.
Taken: Mijn taak was om hem gerust te stellen en te zorgen dat hij weer mee wilde doen met de rest. De oorzaak achterhalen en er vervolgens voor zorgen dat de rest weer aardig tegen hem zal gaan doen, wel met hem in een boot wilde en wel met hem een spel wilde spelen. Plezier staat voorop! Hier moest ik mij helemaal op richten.
Acties: Om te zorgen dat het jongetje ging praten en zou luisteren naar wat ik zei heb ik rustig tegen hem gepraat en ben niet boos geworden omdat hij niks zei. Zo heb ik hem gerustgesteld. Op het moment dat hij zei wat er aan de hand, namelijk dat de andere cursisten met elkaar naar de zeilschool gekomen waren en hij alleen waardoor hij zich buitengesloten voelde, heb ik eerst met hem gepraat en ben vervolgens naar de andere cursisten gegaan om met hen te praten. Hierna heb ik hen verteld dat iedereen hier voor het plezier is en mee wil doen en dat we één groepje zijn. Tot slot heb ik het jongetje erbij gehaald en heb ze elkaar een handje laten geven.
Resultaat: Door naar beide partijen rustig te blijven, luisterden ze goed naar mij en deden wat ik hen vroeg. Toen zij elkaar tot slot een handje gegeven hadden was het ook weer goed en werd het jongetje weer in de groep betrokken. De rest van de zeildagen is het verder gelukkig ook goed gegaan.
Terugkoppeling: Eerlijkheid is erg belangrijk. Zeg eerlijk wat je vindt en praat eerst met beide partijen apart. Dit heeft erg goed uitgepakt en zal ik zeker de volgende keer als ik in een zelfde situatie kom weer doen.
Situatie: deze competentie bleef mij eigenlijk de hele week volgen.
(1)- De eerste ochtend, cursisten gaan voor een paar dagen weg bij de ouders en zijn heel erg zenuwachtig, weten niet wat hen te wachten staat. Ik kan op een moment als dit niet gewoon doorgaan met mijn programma ik moet mijzelf in hen inleven en ze gerust stellen want het is ook hartstikke spannend.
(2)- Bij elke les die ik geef moet ik mij in de leeftijd van mijn cursisten verplaatsen. Niet met moeilijke theoretische verhalen aankomen, maar met makkelijke taal spreken. Ook moet het voor hen op een speelse manier gebeuren zodat zij zich helemaal in de opdracht kunnen inleven en snappen wat er bedoeld wordt.
(3)- Op de 3e dag had ik een cursist, een meisje, dat het erg eng vond omdat de wind erg toenam. Ik zelf vind dat altijd juist leuk, veel wind, lekker schuin en hard varen, maar deze cursist van 8jaar raakte helemaal in paniek.
Ik moet me inleven in de situatie van de cursist en de cursisten het gevoel en beeld te geven van wat er gebeurt en dat het niet eng is.
(2) - In deze situatie is het aan mij om een leuk verhaal te verzinnen en op een leuke manier alles te vertellen en uit te leggen, in de taal die mijn cursisten begrijpen. Stapje voor stapje en dit een aantal keer herhalen en nog een keer controleren bij de cursisten of ze het begrepen hebben. De aandacht van jonge kinderen dwaalt vaak snel af.
(3) - Mijzelf inleven in de cursist en met voorbeelden aan te tonen dat het niet eng is en snappen wat mijn cursist eng vindt.
Wanneer een cursist bang is en niet meer durft te zeilen is het aan mij haar gerust te stellen en er voor te zorgen dat ze na poosje weer kan gaan zeilen. Plezier staat bovenaan gevolgd door optimale tijd die op het water wordt verbracht. Dit moet ik dan ook zoveel mogelijk proberen te bereiken.
Acties: (1) – Ik ben rustig begonnen met mijzelf voor te stellen zodat ze wisten wie ik ben en daarna de cursisten zich aan elkaar voor laten stellen door middel van een klein simpel spelletje. Vervolgens ben ik begonnen met rustig wegvaren en heb na een uurtje al een limonade pauze ingelast om alles even te laten bezinken. Als ze zich op hun gemak voelen kan ik alles wat meer op het zeilen richten.
(2) – Om de cursisten alles te laten begrijpen teken ik alles wat ik vertel uit. Buiten deze tekening om vertel ik er mooi verhaal bij waardoor ze hun aandacht erbij houden en het leuk vinden om vervolgens de opdracht uit te voeren. Wanneer de uitleg gedaan is doe ik het eerst zelf voor, de cursisten zien dan wat ik doe en vinden het over het algemeen heel ‘cool’ als de ‘juf’ ook even zeilt. Daarna willen ze het dan graag nadoen.
(3) – Als eerste heb ik mijn cursist bij me geroepen en haar even in mijn motorboot gezet om weer even rustig te worden. Vervolgens heb ik haar uitgelegd en laten zien aan de hand van de andere boten dat er eigenlijk weinig mis kan gaan. Dit zag ze toen zelf ook in en zo durfde ze na een poosje ook weer lekker te gaan zeilen. Ik moet vooral zelf erg rustig blijven en begrip hebben voor de angst van een 8 jarig meisje.
Resultaat: (1) – door de kinderen in het begin gerust te stellen durven ze meer en vertrouwen ze jou. Dit is dan ook erg goed gelukt, allen durfde zichzelf te zijn en niemand werd buitengesloten. Alle cursisten hebben veel plezier gehad en gingen met tegenzin weer naar huis.
(2) – Door veel met tekenen, leuke verhalen en praktijk voorbeelden te werken kregen de cursisten een duidelijk beeld van wat er gebeuren moest. En hadden ze plezier in de opdracht. Wel moet je bij deze manier van les geven opletten dat het voor iedereen leuk blijft. Zowel voor een cursist van 7 jaar als een cursist van 11 jaar. Doordat de jongeren cursisten er bij de hand waren verliep dit goed.
(3) – De angst van het meisje was verdwenen nadat zij inzag dat het helemaal niet zo eng was als zij dacht. De rust die zij even genomen heeft bij mij in de motorboot met daarbij de extra uitleg heeft haar geholpen over haar angst heen te stappen. De knop was om en ze vond het alleen nog maar leuk.
Terugkoppeling: Wanneer ik weer in een situatie kom waarin andere mensen op een ander niveau zitten dan ik dan zal ik mij zeker weer aanpassen. Om zo iedereen te geven wat zij/hij verdient. Ik vond het erg goed gaan.
Situatie: Ik start de week met de visie dat mijn cursisten deze week vooral erg veel plezier moeten maken en ondertussen ook nog leren zeilen. Wat er toe zal leiden dat ik aan het eind van de week zoveel mogelijk diploma’s kan uitschrijven en de cursisten volgend jaar weer terugkomen.
Taken: Mijn taak deze week is om te zorgen dat mijn cursisten erg veel plezier hebben en ondertussen leren zeilen.
Acties: Om te zorgen dat mijn cursisten veel plezier hebben en ondertussen ook veel zeilen maak ik een week- en dagplanning met hierin alle stapjes die ik ga ondernemen om mijn visie te voltooien. Om het plezier goed naar voor te laten komen geef ik mijn zeiltheorie in een spelvorm.
Resultaat: Ik heb mijn visie aan het eind van de week goed volbracht. Ik heb veel diploma’s kunnen uitschrijven, de cursisten hadden veel plezier in het zeilen en ik heb mijzelf goed aan mijn schema gehouden.
Terugkoppeling: Stel jezelf een doel en houd je eraan. Dit is echt wat ik hiervan heb geleerd. Je kan wel per dag bedenken wat je wilt gaan doen maar dan bereik je niet het optimale niveau.